Benodigdheden (15p):
-1 citroen, geperst en geraspt
-75 kr boter
-1/2 kleine sjalot, fijn gesnipperd
-25 gr bloem
-175 ml melk
-1 blikje krab, 175 gr uitgelekt, of
-1 pakje surimisticks, 200 gr, in kleine stukjes
-1/2 pak filodeeg, ontdooid
-1/2 pot citroensmayonaise
-1/2 flesje zoete chilisaus

Smelt 25 gr boter in een pan en fruit de sjalot zachtjes glazig.
Roer de bloem erdoor en laat het geheel 1 minuut zachtjes pruttelen.
Voeg de melk toe en breng alles aan de kook en roer tot er een gebonden saus ontstaat.
Schep de krab met het citroenrasp en 1 el citroensap erdoor.
Breng op smaak met zout en peper.
Laat de ragout afkoelen tot kamertempratuur.

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Smel de rest van de boter.

Spreid de vellen deeg uit en snijd elk vel in de lengte in driën.
Bestrijk alle repen deeg met gesmolten boter.
Leg op een punt van de rep deeg een theelepel krabragout.
Vouw de punt van het deeg over de vulling tot een driehoek en vouw de driehoek steeds om en om tot de reep deeg helemaal als een driehoekje rond de vulling is gevouwen.
Verwerk op dezelfde manier alle repen deeg tot driehoekjes.

Bestrijk de driehoekjes rondom met boter en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat.
Bak de samosa in het midden van de oven in 20 tot 25 minuten knapperig en goud bruin.

Serveer de samosa op een een schaal en zet er een schaaltje citroenmayonaise en zoete chilisaus bij om te dippen.