Benodigdheden (32 stuks):
Voor het deeg:
-150 gr magere kwark
-1 ei, losgeklopt
-50 ml zonnebloemolie
-75 gr suiker
-1 zakje vanille suiker
-300 gr bloem gezeefd
-1 zakje bakpoeder, gezeefd
Voor de vulling:
-50 gr maanzaad , fijngemalen in een vijzel
-75 gr melk
-250 gr walnoten, fijngemalen
-75 gr poedersuiker, gezeefd + extra om te bestrooien
-1-2 eieen voor bestrijken, losgeklopt

Verwarm de oven voor op 180 graden.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.

Meng voor het deeg de kwark met het ei, de olie, de suiker, de vanillesuiker en een snuf zout.

Roer de helft van de bloem door de kwarkmassa, kneed de rest van de bloem en het bakpoeder erdoor.
Rol het deeg in twee keer uit tot flinke lappen van driekwart cm dikte.
Snijd het deeg in vierkanten van 8x8 cm.
Kneed de restjes samen en rol opnieuw uit.

Kook voor de vulling het maanzaad in de melk zachtjes tot het wat dikker is.
Meng er de walnoten en de poedersuiker door. Schep 1 el van de vulling op de vierkante deeglapjes.
Til voor het vormen van de kolaches telkens twee deegpunten op en vouw deze naar het midden toe over de vulling.
Druk de punten op elkaar.

Leg de flapjes op het bakpapier en bestrijk ze met ei.

Bak ze in 20-25 minuten gaar en goudbruin.
Laat afkoelen op het bakblik.
Bestrooi de kolaches met poedersuiker.